Duindoorn, Hippophae rhamnoides, is een grote struik met smalle zilver glanzende bladeren en scherpe stekels bezette takken. De struik vinden we vooral terug op arme zandbodems, vooral in duingebieden van Noord-Oost Europa, maar ook op steile kiezelgronden in de Alpen en in mediterrane kustgebieden.
Oorspronkelijk komt duindoorn uit Centraal Azië, maar is via land- en zeewegen naar onze streken overgekomen. In China, Mongolië delen van Tibet en India vinden we de struik terug in het wild. In die streken zijn er uitgestrekte plantages te vinden. Een gordel van Duindoornstruiken strekt zich van Centraal-Azie over Scandinavië tot aan de Noord- en Oostzeekusten.
De wetenschappelijke naam Hippophae, komt van hippos = paard en paos = licht. De Mongolen gebruikten duindoorn als heelmiddel bij ooginfecties van hun paarden.
Duindoornbessen gelden in de volksgeneeskunde als een oeroud krachtig heelmiddel tegen voorjaarsmoeheid, gebrek aan eetlust, bloedend tandvlees, etterende wonden, verbrandingen en maagzweren. Tegenwoordig worden de bessen wegens hun hoge vitamine C gehalte vooral in sappen verwerkt en zijn vooral in de winter een belangrijk voedingssupplement.
Het nut van de struik ligt niet alleen in het hoge vitaminegehalte van zijn oranje-rode bessen, in veel landen wordt de struik aangeplant om in steile berggebieden en op arme gronden bodemerosie te verhinderen. Het wortelstelsel is sterk vertakt en bovendien kan de plant stikstof uit de lucht opnemen.
Tot voor kort werden de duindoornbessen nog maar weinig toegepast, waarschijnlijk doordat het moeilijk is om ze te oogsten, de bessen zitten vast aan de takken en worden ze door het plukken stuk getrokken, bovendien hebben de takken scherpe stekels wat kan leiden tot verwondingen.
Bij het moderne oogsten worden dichtbegroeide takken afgesneden en bij -40° C diepgevroren. Door machinaal schudden kunnen de bessen onbeschadigd van de takken verwijderd worden. De bessen blijven diepgevroren tot net voor de productie van sap en moes. Ook is het mogelijk uit de bessen een olie te persen.
Duindoornolie behoort tot de drogende oliën en heeft regenererende en beschermende eigenschappen. Gebruik duindoornolie puur of in mengsels o.a. bij; slecht helende wonden, huidbeschadigingen door bestraling en bevriezing, verzorging droge en rijpere huid, gevoelige huid, eczeem, zweren, beschadigde en geïrriteerde huid, pigmentvlekken, rimpels, zonnebrand.
Rijpere huid: mengen met jojoba olie en iedere avond na bad of douche een weinig olie in de huid van het gezicht, hals en decolleté masseren
Wonden en verbrandingen: enige malen per dag de pure olie spaarzaam aanbrengen
De olie kan huid en kleding kleuren, niet hoger als 3% doseren.
Bronnen:
- www.anthemis.nl
- www.gielenaroma.nl
- Aromecum
- www.plantaardigheden.nl
- foto: www.waterwereld.nu