+32 477 607626 info@edithgijsbregts.be
Selecteer een pagina

Toepassingen

Kruiden kunnen op verschillende manieren worden gemaakt en gebruikt. De chemische samenstelling hiervan kan sterk variëren. Door verschillende groei-omstandigheden, plaats, verwerking, opslag, drogen kan eenzelfde kruid een andere samenstelling hebben.

Vandaar is het belang van standaardisatie en gestandaardiseerde preparaten. Hier wordt de samenstelling vastgelegd, worden er testen gedaan en moet elke preparaat voldoen aan een aantal voorwaarden en specificatie.

De wetgeving rond kruidenbereidingen of fytotherapeutica is niet in alle landen hetzelfde. Enkel fytotherapeutische middelen die voldoen aan de Europees Farmacopee mogen als fytotherapeutica op de markt worden gebracht. Toch zijn er op Europees vlak nog heel wat onduidelijkheden. Wat in Nederland als voedingsupplement wordt verkocht, is bij ons een geneesmiddel dat enkel bij de apotheker verkocht mag worden. Verder is de productie van fytotherapeutica ook onderworpen aan strenge maatregelingen.

Vandaar is het praktisch onmogelijk om als herborist zelf producten te ontwikkelen. Voor therapeutische doeleinden gebruikt men dan best gestandaardiseerde producten. Voor preventief of immuun-stimulerende maatregelen kan je een infuus of afkooksel gebruiken.

Enkel voorbeelden van bereidingen zijn:

  • infuus – hierbij ga je gekookt water over de kruiden gieten en laat dit 5 tot 10 minuten trekken
  • afkooksel of decoct – dit wordt meestal toegepast bij hardere of taaie delen van het kruiden (houtachtige, wortel, schors) waarbij de delen 5 tot 10 minuten worden meegekookt
  • maceraat – bij een maceraat worden de kruiden in koud water gelegd en dit laat je 7 tot 12 uur trekken. Koud maceraat wordt meestal gebruikt bij kruiden die veel slijmstoffen bevatten. De slijmstoffen verliezen bij opwarming hun werkzaamheid. Nadien kan je het maceraat opwarmen.
  • een kruidenolie wordt gemaakt door kruiden 3 weken te laten maceren in olie (olijfolie, amandelolie, teunisbloemolie). Kruidenolie wordt meestal uitwendig gebruikt
  • kruidenazijn  – hierbij laat je de kruiden 2 weken trekken in azijn. Azijn trekt de actieve stoffen uit de kruiden en het voordeel is dat een kruidenazijn lang kan bewaard worden.
  • bij een kruidensiroop of honing worden de kruiden in honing of in een siroop gedaan. De vloeistof wordt verwarmd en moet dan nog 3 weken maceren alvorens af te zeven. Een voorbeeld hiervan is de tijmsiroop, vlierbessensiroop.
  • tinctuur – bij een tinctuur is het belangrijk om het juiste alcoholgehalte te gebruiken. Afhankelijk van de plant kan dit nogal verschillen tussen 60 en 90°C. Tincturen worden doorgaans ook verkocht al gestandaardiseerd product.
  • bij een kruidendestilaat doet men de kruiden een likeur, wijn of jenever (tussen 12 en 35°C. Door het lage alcoholgehalte is een kruidendestilaat beperkt houdbaar.
  • we spreken van een zalf als we een afkooksel van kruiden gaan mengen met een vette substantie zoals vaseline, lanoline, bijenwas of cacaoboter. Een kruidenzalf trekt niet in in de huid en wordt meestal gebruikt bij compressen of wikkels.
  • een kruidencrème is een emulsie van olie in water (meestal hydrolaat) met een emulgator. Een kruidencrème trekt wel in in de huid en heeft een voedende en genezende werking.
  • bij een kruidenbalsem gaat met een kruidenolie vermengen met een tinctuur
  • perssap
  • kruidenpoeder = verpulverd en vermalen
  • droogextract = aftreksel in water, alcohol, aceton, CO2 waarbij de vloeistof wordt verdampd en een droge substantie achterblijft
  • bij nebulisaat gaat men spraydrogen of “vriesdrogen” waarbij het aftreksel wordt verneveld in een nebulisator en waarbij er onderaan warme lucht wordt ingeblazen. De poeder valt naar beneden. Dit poeder is vaak veel meer geconcentreerd dan een gewoon droogextract.
  • hydrolaat bekomt men door stoomdistillatie van plantenmateriaal. In het hydrolaat zitten ook deeltjes etherische olie die door een scheidstrechter worden gescheiden. Hydrolaten zijn niet irriterend en worden vaak gezien aan bijproduct van de etherische oliën, maar zijn even waardevol als de olie.

De kruidenbereidingen kunnen in verschillende vormen worden aangewengd, hetzij inwendig of uitwendig. Afhankelijk van de plant en de bereidingsvorm hebben we verschillende mogelijkheden:

  • orale inname kan variëren van wijn, infuus, druppels tincturen, extracten, gelulen, tabletten, vers sap, plantenolie, etherische olie
  • mondspoelingen, gorgeldranken
  • inhalaties of verstuiven van verse of gedroogde kruiden, etherische oliën
  • neus- en oordruppels
  • spoelingen (darm, vaginale, ogen)
  • zalf, crème, balsem
  • lotion voor het gezicht en lichaam
  • compressen gedrengt in tincturen, kruidenoliën, azijnen, decocten
  • brijomslagen en wondpap (verse of gedroogde kruiden rechtstreeks op de huid)
  • baden
  • zetpillen
  • pessaria of vaginale ovulen

Ik wil hier dan ook nog aan toevoegen dat het gebruik van kruiden niet altijd even onschuldig is. Een bekende slogan “het komt van de natuur, dan zal het wel goed zijn” of “baadt het niet, dan schaadt het niet” is niet altijd van toepassing.  Kijk maar naar St Janskruid, vaak gebruikt bij angst, rusteloosheid. St-Janskruid verhoogt de gevoeligheid van de huid voor de zon. Er zijn heel wat interacties met geneesmiddelen zoals middelen tegen hartritmestoornis,  anticonceptiepil, antistollingsmiddelen.  Je mag Sint-Janskruid niet gebruiken bij chemokuren.

Door de interacties, de invloed op medicijen moet het gebruik van kruidenpreparaten worden beperkt of zelfs afgeraden bij o.a. ouderen, chronisch zieken, zwangeren, bij borstvoeding, babies.

Vandaar dat het belangrijk is dat er continue wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan naar kruiden en hun toepassingen. Onderzoek naar de werkzaamheid van kruiden als geneesmiddel is vaak een complex gegeven omdat meerdere bestanddelen van de plant bijdragen aan het gewenste effect. Een mogelijk oplossing hiervoor is om de kruidengeneesmiddelen te behandelen als generieke middelen (THMP richtlijn).